Nieuws
terug
In de tijd dat Jan van Herwijnen z’n portretten van psychiatrische patiënten tekende, was de Eerste Wereldoorlog net ten einde en waarde de Spaanse Griep nog rond. Zelf was Jan van Herwijnen (1889-1965) in 1918 opgenomen geweest in een Amsterdamse zenuwkliniek. Daar begon hij medepatiënten te tekenen. ‘Dat moest ik doen – dat was een dwang waar ik niet onderuit kon.’ Na zijn ontslag meldde Jan van Herwijnen zich bij het Willem Arntsz Huis in Utrecht (nu Altrecht). Hij had een missie en kreeg toestemming om als een soort ‘artist in residence’ hun ‘krankzinnigen’ te tekenen. Met deze werken brak hij onmiddellijk door als kunstenaar.
De psychofarmaca die zenuwartsen konden toedienen aan hun patiënten waren rond 1920 nog altijd beperkt. Slaap- en kalmeringsmiddelen waren op dat moment de meest geavanceerde vormen van medicatie. Tegen een stevige psychose was echter weinig te beginnen en alleen de natuur kon een diepe depressie soms verlichten. Als je maar lang genoeg wachtte. In klinieken en gestichten was het regime vaak letterlijk ‘pappen en nathouden’. Goed eten, goed slapen, lauwwarme baden en inwikkeling van het lichaam met droge of natte doeken moesten de gemoederen bedaren of juist opwekken.
Met doorvoeld respect gaf Jan van Herwijnen in zijn tekeningen een menselijk gezicht aan de vrouwen en mannen die met het label ‘krankzinnig’ aan het zicht van de samenleving waren onttrokken. Geen stereotypen, maar door het leven getekende individuen die hij in een gestileerd realisme met stevige contourlijnen op papier zette. De 32 indringende portretten zijn nu in Museum MORE te Gorssel te zien.
Expositie in Museum More sept t/m januari 2022
27 september 2021 - Landelijk nieuws psychiatrie
TUSSEN WELZIJN EN WAANZINIn de tijd dat Jan van Herwijnen z’n portretten van psychiatrische patiënten tekende, was de Eerste Wereldoorlog net ten einde en waarde de Spaanse Griep nog rond. Zelf was Jan van Herwijnen (1889-1965) in 1918 opgenomen geweest in een Amsterdamse zenuwkliniek. Daar begon hij medepatiënten te tekenen. ‘Dat moest ik doen – dat was een dwang waar ik niet onderuit kon.’ Na zijn ontslag meldde Jan van Herwijnen zich bij het Willem Arntsz Huis in Utrecht (nu Altrecht). Hij had een missie en kreeg toestemming om als een soort ‘artist in residence’ hun ‘krankzinnigen’ te tekenen. Met deze werken brak hij onmiddellijk door als kunstenaar.
De psychofarmaca die zenuwartsen konden toedienen aan hun patiënten waren rond 1920 nog altijd beperkt. Slaap- en kalmeringsmiddelen waren op dat moment de meest geavanceerde vormen van medicatie. Tegen een stevige psychose was echter weinig te beginnen en alleen de natuur kon een diepe depressie soms verlichten. Als je maar lang genoeg wachtte. In klinieken en gestichten was het regime vaak letterlijk ‘pappen en nathouden’. Goed eten, goed slapen, lauwwarme baden en inwikkeling van het lichaam met droge of natte doeken moesten de gemoederen bedaren of juist opwekken.
Met doorvoeld respect gaf Jan van Herwijnen in zijn tekeningen een menselijk gezicht aan de vrouwen en mannen die met het label ‘krankzinnig’ aan het zicht van de samenleving waren onttrokken. Geen stereotypen, maar door het leven getekende individuen die hij in een gestileerd realisme met stevige contourlijnen op papier zette. De 32 indringende portretten zijn nu in Museum MORE te Gorssel te zien.
Andere nieuwsberichten
januari 2022
Start vernieuwd onderwijs per april 2022
oktober 2021
Start nieuw semester
mei 2021
Start groeps leertherapie bestemd voor psychiaters in opleiding in september
april 2021
Introductieweek april 2021
oktober 2020
Eindreferaten consortium Noord-Holland maart 2022
Onderwijs in Coronatijd